De Wonderketting – Kimberly Schünemann

Had je hem van dichterbij gezien dan had je gemerkt dat hij niet zoals andere mensen gekleed was. Hij droeg een gescheurde donkergroene stoffen broek daarboven een wit hemd met iets wat op een leren vest leek. Met zijn pikzwarte haren warrig in een knot en zijn gifgroene ogen naar de weg gericht. Hij kende deze wereld niet. De weg die daar voor hem lag, als een zwarte rivier, gaf hem een angstig gevoel. De manier waarop deze wereld ingericht was beviel hem niet. Mensen raasden langs hem heen en verschrikt zette hij een stap opzij voor een dame die hem bijna omver liep. Overal was er iets te zien, maar nergens de bergen, het water of het groen dat hij nog geen moment geleden om zich heen gehad had. Ichabod hoefde niet eens naar zijn hals te reiken om te weten dat er iets miste. Zijn ketting, waarvan hij normaliter het gewicht in zijn hele lichaam voelde doordreunen, hing niet op diens plek. Hij wist dat zoeken geen zin had. De ketting zou zichzelf pas tonen wanneer Ichabod gevonden had waarvoor hij kwam. Hij wist alleen niet wat hij in deze wereld moest zoeken.

Ichabod was een vinder. In zijn eigen wereld een rariteit. Een persoon die dingen vindt, waarvan men niet weet dat het gevonden moet worden. Zoals het drakenei, dat hij op een van zijn tochten in een grot vond. De grot was enkel te benaderen bij eb en hij had snel moeten handelen. Of de verloren pop van een klein meisje. Elke vondst was groot voor diegene voor wie het gevonden werd. Zijn ketting hielp hem daarbij. Een wonderketting werd die door velen genoemd, omdat niemand wist waar die vandaan kwam. Alleen dat de wonderketting eens in de zo veel tijd verscheen om de nek van een kind. Een geschenk dat iedere vinder kreeg op diens zestiende verjaardag. Al elf jaar vond Ichabod dingen, zag hij werelden, leerde hij verschillende volkeren kennen. Maar geen een zo gehaast, zo vol en toch zo leeg als deze. Hij was hier een keer eerder geweest bij zijn tweede tocht en had gehoopt niet terug te hoeven keren naar het betekenisloze bestaan dat hier overal vanaf droop. Hierdoor wist hij wel, dat het auto’s waren die langs hem heen zoefden om mensen te vervoeren. En dat de kleding, die hem vooral oncomfortabel leek om in te bewegen, laat staan in te rennen wanneer dat nodig was, hier een belangrijk onderdeel van de gemeenschap was. In sommige opzichten kon deze kledij je een status verlenen of je juist als minderwaardig neerzetten.

Hoe het springen van en naar werelden in zijn werking ging, wist Ichabod niet. Ook wist hij niet waarom juist hij een vinder was, in plaats van bijvoorbeeld een zoeker zoals zijn vader. Wel wist hij, dat de ketting hem gevonden had, dat hij zonder deze om te hebben een lege plek in zijn lichaam voelde. Alsof er een belangrijk onderdeel om volledig te kunnen leven, miste. Hij wist eveneens, dat de ketting hem bracht en haalde. Er werd niets aangekondigd, van het ene op het andere moment stond hij waar hij moest zijn en voelde het alsof een klein draadje met hem verbonden was, dat hem naar de juiste plek begeleidde. Daar moest hij zelf zien te vinden wat gevonden moest worden.

Zoals elke keer, zocht Ichabod eerst in zijn tas naar benodigdheden voor deze wereld. Met de munten die hij nu in zijn broekzak had, zou hij hier niet kunnen betalen. Gelukkig vond hij nog wat van het juiste geld en ging hij allereerst op zoek naar een winkel, om eten en drinken te kunnen kopen. Iets wat hij bij zijn eerste tocht van zijn leermeesteres geleerd had. Zorg ervoor dat je ten alle tijden rantsoen hebt. De taal was gelukkig nooit een probleem. Hij leek alles en iedereen te kunnen verstaan, al kon hij het wanneer hij weer thuis kwam, nooit herhalen.

‘Goedemorgen,’ zei hij tegen de verkoper van de levensmiddelen. De man keek hem enkel aan. Ook iets waar hij niet aan kon wennen. Het sociaal functioneren van andere volkeren. Voor nu liet hij het langs zich heen glijden. ‘Ik zou graag een donker brood willen hebben, een stuk kaas en water.’ Meer had hij nooit nodig gehad en deze middelen waren in elke wereld te krijgen, al zij het in andere vormen dan thuis. De man pakte de spullen zonder een woord te zeggen en legde deze op de toonbank. Toen Ichabod zich niet verroerde, sprak de man eindelijk: ‘Zeven euro.’ Ichabod keek naar de munten in zijn hand en telde tot zeven. Hij gaf het de man, bedankte en ging op weg, achter het zachte rukje van onzichtbaar draad aan.

Ichabod dacht aan de eerste keer dat hij in deze wereld was geweest. Hij had vriendschap gesloten met een oude vrouw, voor wie hij een belangrijk recept had weten te vinden. Het was niet zijn opdracht geweest, maar de voldoening die hij naderhand had gevoeld, had hij nog niet weten te evenaren. Zou dit dezelfde plek zijn als toen? Ichabod hield een voetganger staande en sprak deze aan. ‘Excuses. Kunt u mij vertellen, waar wij ons begeven?’ De voetganger keek hem aan en haalde toen kleine dingetjes uit zijn oren. ‘Sorry, wat zei je?’ Afgesloten voor de wereld, dacht Ichabod. ‘Kunt u mij vertellen waar we zijn?’ ‘We zijn op Hermannplatz.’ De man wilde al doorlopen, maar Ichabod hield hem tegen. ‘Hermannplatz? Welke stad zijn we?’ Nu begon de man te lachen. ‘Nog aan het trippen van het feestje van gisteren zeker?’ Terwijl hij dit zei, wees hij naar Ichabods kleding. ‘We zijn in Berlijn, midden in Berlijn.’ Voor Ichabod verder iets kon vragen, deed de man alweer de dingen in zijn oren en liep verder. Berlijn. Zou dat in de buurt van Napels kunnen liggen? Het getrek werd iets sterker. Ichabod verloor kostbare tijd en zijn oude vriendin opzoeken, zou misschien op een teleurstelling kunnen uitlopen. Hij wist niet hoe oud mensen in deze wereld werden, maar het eeuwige leven had niemand.

Hij stak een drukke weg over, wat hem een hoop getoeter en gevloek opleverde, en trok verder over de bestrate weg langs verschillende huizen, winkels en een grote diversiteit aan mensen. Normaliter viel hij op in zijn kledij, waar hij ook kwam. Hier keek niemand naar hem, niemand draaide zich om of keek nog eens. Hij verdween in het straatbeeld, wat hem erg goed uitkwam. Misschien het enige positieve aan deze wereld, aan Berlijn was dat iedereen ‘anders’ gekleed was. De kledingvoorschriften die hij in Napels bestudeerd had, kwamen niet overeen met wat hier voorbij kwam. Recht voor zich zag hij een groen park. Bomen, struiken en paden van slechts zand. Zoals het thuis was. Met alles in zijn hart hoopte hij, dat dat de plek was, waar hij heen moest.

Voor het park stond een bordje. Hasenheide. Omdat het begon te schemeren, besloot Ichabod dat zijn vindtocht morgen verder kon gaan. Hij was gewend om onder de open hemel te slapen en vond dat eigenlijk ook het prettigst. Hij liep snel langs het bord het park in en bleef na een tijdje even staan om zich te oriënteren, om zijn omgeving en de mensen te bestuderen. Hier liep een ander slag volk. Minder gehaast, bijna genietend. Wel viel hem op, dat een aantal personen zich continu bij hetzelfde struikgewas ophield. Drie mannen stonden er vlakbij stil, af en toe takken opzijschuivend. Alsof ze bewaakten wat erachter lag. Zo nu en dan stopte er iemand, verdween in de bosjes om daarna bijna fluitend diens weg te vervolgen. Ichabod besefte zich, dat daar niet lag waarvoor hij kwam, maar hij was nieuwsgierig van aard en niet angstig aangelegd. Na nog even te hebben geobserveerd en gewacht tot het grootste gedeelte van de mensen zich uit het park begaf, liep hij op de mannen af. Tot zijn verbazing, leek het alsof het draadje, dat tussen hem en zijn ketting hing, tevreden zoemde, iets wat het zelden deed op een vindtocht. Hij liet het voor nu wat het was.

‘Beste heren,’ begon hij. De mannen sloten onmiddellijk een rij. Het waren er drie. Een van hen ging breed staan en greep naar zijn broekzak. Een ander deed een stap naar achter, om zijn schat te beschermen. De derde nam het woord: ‘Loop door.’ Nu was Ichabod helemaal geïntrigeerd. ‘Ik kom niet voor wat jullie beschermen.’ De eerste man trok iets uit zijn zak. Een mes glinsterde in diens hand. ‘Wat weet jij daar van?’ Ichabod deed rustig een stap naar voren. ‘Zoals ik al zei, daar kom ik niet voor. Ik wilde jullie enkel vragen om een maaltijd met mij te nuttigen.’ De mannen keken hem lange tijd aan, maar Ichabod bleef gewoon stilstaan, zonder schrik. Ze murmelden iets onderling tot de laatste man zijn hand tegen de schouder van Ichabod sloeg. ‘Ik mag jou wel. Vertel eens hoe je heet.’ ‘Mijn naam is Ichabod.’ De man knikte. ‘Ichabod, ga zitten.’ Samen gingen zij op de grond zitten. Ichabod haalde zijn brood tevoorschijn en pakte het water. De mannen moesten lachen. ‘Nee, beste man. Hier.’ Samen deelden zij het eten van Marius dat Ichabod dankbaar aannam. Het waren een soort broodrollen met vulling en een zoete lekkernij. Ichabod kende het niet, maar het smaakte hem goed. Hij begreep waarom de mannen zijn simpele brood zouden afslaan wanneer ze zoiets bij zich hadden.

Na enige tijd samen te hebben gezeten en te hebben gesproken over werelden waarvan de mannen geen weet hadden en over een wereld die Ichabod niet kende, voelde hij ineens het draadje trekken. Hard. Nog voor hij erop kon reageren, voor hij überhaupt kon opstaan, rook hij een bekende geur achter hem. Een geur die al jaren zoek was. De reden waarom zijn vader een zoeker was geworden, noodgedwongen.

‘Ichabod,’ hoorde hij achter zich, een heel vertrouwde stem. Hij stond op en keek naar haar. Daar stond ze, alsof ze nooit was weggeweest. Ze was ouder geworden, de afgelopen jaren getekend in haar gezicht. Ichabod voelde het gewicht van zijn ketting weer om zijn nek hangen. Voelde zich compleet worden. Voor hem stond Ayla. Zijn zusje.

Geschreven door: Kimberly Schünemann

Instagram: @booksandlemoncake

"

Karin heeft voor mij een kinderboekje en een kort verhaal geredigeerd. Ze combineert haar kennis met haar liefde voor verhalen door je positieve feedback en goede tips te geven. Karin is niet alleen goed in wat ze doet, maar ook een fijn mens om mee te sparren. Ik kan haar van harte aanbevelen!

Janine Keijser

Enorm leuke sparsessie over mijn verhaal, de glazen bol voor de schrijfwedstrijd gehad. 
Bedankt voor de nieuwe inzichten, ideeën en tips. Ik ga er zeker mee door!

Monique Markus

Het is erg fijn om Karin als schrijfcoach te hebben. Ze is zowel meedenkend als kritisch en geeft fijne suggesties. 

Haar complimentjes maakte me enthousiast om het manuscript te herschrijven en ze haalde de fouten eruit, waar ik zelf blind voor was geworden. 

Super bedankt voor je hulp!

Zoë van der Weele

De werkwijze van Karin vind ik heel fijn.

Haar feedback wordt via de mail toegestuurd in een document en is heel uitgebreid en duidelijk.

Ook neemt ze nog telefonisch contact op om haar feedback toe te lichten.

Door haar feedback is mijn verhaal veel krachtiger geworden.

Lisanne Peters

Ik vond het echt heel erg leuk om met de wedstrijd mee te doen en heb ook veel aan jouw advies gehad. Ik ga zeker door met schrijven, al is het alleen voor mezelf.

Jolijn Grootendorst – Het Boekenbijtje

Ik won een sparsessie bij Karin toen ik meedeed aan een schrijfwedstrijd van haar. Het was een heel prettig gesprek, waarin ik merkte hoe gepassioneerd Karin is over schrijven en het helpen van andere schrijvers. Het was duidelijk te merken dat ze er veel plezier in heeft, en ze gaf goede tips en adviezen. Ik vond het gezellig om met haar te praten en sloot het gesprek af met een boost in zelfvertrouwen. Karin weet waar ze het over heeft, en is positief ingesteld. Dat maakt haar een hele fijne sparringpartner.

Emily Ringeling

De brainstormsessie die ik heb gehad was zeer behulpzaam! Ik heb veel tips gekregen over hoe ik het verhaal kon verbeteren. 
Deze tips heb ik natuurlijk toegepast. Ik vind persoonlijk dat door de tips het verhaal echt beter is geworden. 
Ik kreeg een document opgestuurd van mijn verhaal met alle tips erin. 
Door dit uitgebreide document kon ik de tips makkelijk toepassen. Het was een mega fijn gesprek waar ik erg veel aan heb gehad! 
Lisa Roskammer 

Karin heb ik leren kennen als kattenmens. Ze is poeslief in het luisteren naar moeite die je hebt om iets op te schrijven, maar als ze het te pakken heeft, zet ze al haar nagels erin. Ze bewerkt, gooit het overhoop, speelt ermee, tot ze ziet dat jij ermee verder kunt. Dank je wel Karin, voor wat je hebt gedaan bij het verwerken van de boeken!

Gijsbert van de Sluijs

Karins manier van werken is heel motiverend. Haar tips, suggesties en ideeën zijn een inspiratie. Soms is het net alsof ze mijn personages beter doorziet dan ik.

Rowena de Wit

Karin nam de tijd om mijn manuscript te lezen en zag steeds nieuwe aanknopingspunten om te verbeteren. Ze wist mij telkens te motiveren om te blijven schrijven door haar enthousiasme en betrokkenheid. Ik heb veel aan haar coaching gehad.

Saskia van Veen

Karin is een inspiratie voor alle fantasy schrijvers. Karin creëert een fantasy wereld buiten de kaders om. Ze houdt zich niet aan de traditionele regels van dit genre en motiveert andere schrijvers om een eigen unieke wereld te bouwen.

Fatimah Ali – know-yourmagic.com

Ik ben met Karin in contact gekomen toen zij een vormgever nodig had voor haar fantasyboeken. We hadden meteen een klik, wat resulteerde in fijn en persoonlijk contact. Ik heb vooral genoten van onze co-creatie, waar Karin’s verhalen en mijn visuele interpretaties constant met elkaar in gesprek waren.

Lisanne Versteeg

Ik heb Karin leren kennen als een super enthousiast, gedreven en positief ingestelde coach. Als je het even niet meer weet, luistert ze naar jou en geeft bruikbare tips en adviezen. Door haar creativiteit en fantasie kan ze zich makkelijk verplaatsen in jouw verhaal en doodgelopen plot weer op gang te helpen. Dit doet ze door jou duidelijk een spiegel voor te houden en door structuren te bieden. Geduldig helpt ze je weer verder, zodat je met een YES weer vrolijk verder gaat.

Maarten Moll

Karin heeft mij enorm geholpen met mijn boek. Ze heeft ernaar gekeken en mij geholpen om een uitgever te vinden.

Ik ben heel dankbaar voor de hulp die ze me heeft gegeven.

Ilse Baars

Of bel direct

06 – 48641468

Locatie

Oude Huijbergsebaan 299
4625 CK
Bergen op Zoom

Openingstijden

Maandag t/m vrijdag 09:00 uur t/m 15:30 uur, zaterdag van 09:00 – 12:00 uur, zondag gesloten.